Protagoras (490-420 v.C.)
De Griekse filosoof Protagoras is een van de voorlopers van het moderne humanisme. Hij is ons vooral bekend via de naar hem vernoemde dialoog van Plato. Hij leefde in de hoogtijdagen van het klassieke Athene en was daar bevriend met de beroemde staatsman Pericles.
Van hem is bekend de zgn. ‘homo mensura’-theorie, die zegt dat de mens de maat is van alle dingen: “De mens is de maat van alle dingen, van de dingen die zijn, dat zij zijn, van de dingen die niet zijn, dat zij niet zijn.” Het is deze theorie die hem tot voorloper van het humanisme maakt.
Geheel in humanistische stijl moest Protagoras als gevolg van een aanklacht wegens godslastering Athene verlaten. Het verhaal gaat dat hij daarna op zee omkwam.
Protagoras stelling betekent in een humanistische uitleg, dat voor hem de individuele mens de maat is voor zijn eigen individuele bestaan. En zo bepaalt ieder mens zijn bestaan, én zijn niet-bestaan!
Voor de discussie rond het zelfgekozen levenseinde is dit natuurlijk een actueel inzicht. Hoewel Protagoras nu al geruime tijd niet meer onder ons is, is zijn inzicht nog lang niet zo algemeen verbreid als we zouden wensen.
Nog altijd zijn er mensen die menen dat zij de maat bepalen voor andermans bestaan, en hun niet-bestaan. Op de vraag “Wie vindt u dat er over uw leven mag beschikken, uzelf, of iemand anders?” zullen zij – met veel omhaal van woorden, dat wel – antwoorden dat u alleen zelf over uw leven mag beschikken wanneer u beantwoordt aan een door anderen of een Ander opgelegde maat. De maat voor uw bestaan en niet-bestaan leggen zij buiten u, en van een zelfgekozen levenseinde kan geen sprake zijn. Daarover wordt buiten u om beslist. Naast het gebod “Gij zult niet doden!, komt nu het gebod “Gij zult leven!”
Gelukkig wordt hierover door velen anders gedacht, met respect voor het recht op zelfbeschikking van ieder mens. Die zelfbeschikking betekent immers dat ik niet alleen een ander niet mag dwingen te sterven, ik mag hem ook niet dwingen te leven. Die ander is de maat van zijn eigen bestaan. En niet-bestaan. Hij heeft het recht over zichzelf te beschikken.