Friedrich Nietzsche (1844-1900)
Viele sterben zu spät, und einige sterben zu früh. Noch klingt fremd die Lehre: “stirb zur rechten Zeit!”
“Velen sterven te laat, en enkelen sterven te vroeg. Nog klinkt ongewoon de leer: ‘sterf te rechter tijd’.” Aldus Friedrich Nietzsche.
De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche is een vat vol tegenstrijdigheden. Zijn leer van de krachtige en superieure mens, zowel geestelijk als lichamelijk, staat in schril contrast tot zijn eigen omstandigheden. Zijn hele leven lang streed hij tegen lichamelijke kwalen die hem het werken regelmatig onmogelijk maakten. En in 1889 ging voor hem geestelijk het licht uit, al stierf hij pas elf jaar later, in 1900.
Voor iemand die de leer verdedigde “sterf te rechter tijd”, is dat niet zonder ironie.
Maar je kunt dit ook zó zien: de voortdurende strijd die Nietzsche moest leveren met zijn kwalen, maakten zijn prestaties wellicht nog opvallender dan ze al zijn. Van opgeven was geen sprake. En sterven op het juiste moment was en is zeker geen kwestie van de weg van de minste weerstand. Weinig mensen hebben zoveel weerstand en onbegrip moeten overwinnen als hij.
Overigens geldt voor De Einder dat de spreuk van Nietzsche commentaar behoeft. Want wie maakt dat uit, dat velen te laat sterven en enkelen te vroeg? Kun je dat voor een ander bepalen? Feit is wel dat de gedachte op het juiste moment, “te rechter tijd”, te sterven, nog onvoldoende erkenning vindt.
Er zullen mensen zijn die zeggen dat geen enkel moment het juiste is, omdat de dood haaks staat op het leven. Mensen zullen zeggen dat er een innerlijke tegenstrijdigheid bestaat tussen ‘juiste moment’ en ‘sterven’. Dat betekent dat je je moet overgeven aan de dingen zoals ze komen. Het moment van sterven is in die opvatting niet iets dat je zelf kunt kiezen. Het komt, en je hebt het af te wachten.
De kwintessens van dit vraagstuk is echter: er is een moment van sterven. We gaan allemaal een keer dood. En zelfs al vinden we het moeilijk en misschien pijnlijk een bepaald moment als het juiste te benoemen, toch is er maar één persoon die kan zeggen welk moment het juiste is.
Dat betekent niet dat je ooit het maken van zo’n keuze zou kunnen opleggen. Wanneer iemand zich wil overgeven aan de dingen zoals ze komen, dan is dat zijn goed recht. Hooguit kun je zeggen dat het wat naïef klinkt omdat in onze wereld zelden iets zomaar komt. Ons leven is van begin tot eind en van voor tot achter, voorzien van talloze toeters en bellen. Daar worden we mee geboren en gaan we mee dood.
Het betekent wel dat de enige persoon die ervoor in aanmerking komt dat moment te kiezen, die keuze ook moet kunnen en mogen maken. En daar schort nog veel aan. Vanzelfsprekend kan dat alleen de persoon zijn wiens sterven en dood het betreft.