Levensbeëindiging: zelfeuthanasie
Op deze website zal het begrip “zelfmoord” geen rol spelen. Dat heeft een tamelijk eenvoudige reden: het gaat hier niet over zelfmoord. Wij hebben een taalkundige uitdrukking “zelfmoord plegen” die wellicht zeer incidenteel niet te vermijden is, maar daar zal het ook bij blijven.
Op deze website gaat het om het zelf over het levenseinde beschikken of een zorgvuldig levensbeëindiging onder eigen regie. Ik zal als samenvatting daarvan in de teksten soms spreken van “zorgvuldige zelfdoding”, maar de meest adequate term is zelfeuthanasie.
Deze zelfeuthanasie moet onderscheiden worden van artseneuthanasie, te definiëren als “levensbeëindigend handelen door een ander (nl. een arts) dan de betrokkene, op diens verzoek.”
Zelfeuthanasie betekent dan: “Levensbeëindigend handelen dóór de betrokkene, áán de betrokkene, na een heldere afweging besloten, op zorgvuldige wijze uitgevoerd.”
Of een artseneuthanasie die conform de WTL zorgvuldig is uitgevoerd, ook een goede dood betekent, moet in feite afzonderlijk vastgesteld worden.
Maar ook van een geval van zelfeuthanasie kan natuurlijk gevraagd worden of er ook werkelijk sprake is van een goede dood. Voor het vaststellen daarvan zal de aanwezigheid van zo veel mogelijk van de hier onderscheiden kenmerken doorslaggevend zijn:
Bij een ‘goede dood’ – nu dus in verband gebracht met artseneuthanasie en zelfeuthanasie en daarom een zelfgezochte ‘goede dood’ – gaat het om een aantal aspecten van die dood. Het is een dood:
- waartoe na een heldere en bewuste afweging wordt besloten;
- die op zorgvuldige wijze bewerkt wordt;
- die niet in gedwongen eenzaamheid plaatsvindt;
- die, indien mogelijk, na en in gesprek met naasten plaatsvindt;
- die plaatsvindt zonder toevoeging van pijn en lijden;
- die binnen de mogelijkheden door betrokkene als waardig wordt gezien;
- die de betrokkene (uiteindelijk) in rust en overgave aanvaardt;
- en die een dood betekent waar betrokkene vrede mee heeft.
Is “zelfeuthanasie” geen eufemisme? En nog een lelijk eufemisme ook? Het verwijt van ‘eufemisme’ vervalt m.i. wanneer je erkent dat er kritisch gevraagd kan worden of er ook werkelijk van een ‘goede dood’ sprake was, of de zojuist onderscheiden kenmerken inderdaad aanwezig waren.
Zelfbezorgd en zelfbeschikt.
Wanneer we ons richten op het zelfbezorgde karakter van de goede dood, dan laten we de artseneuthanasie achter ons. Die is immers niet zelfbezorgd, maar wordt door de arts bezorgd in de vorm van een van beide varianten van levensbeëindigend handelen door de arts: doden op verzoek of hulp bij zelfdoding.
Doordat bij artseneuthanasie de arts de hoofdrol speelt en de patiënt in feite een ondergeschikte rol, is er in de praktijk van dit levensbeëindigend handelen door de arts op verzoek van de patiënt, vanaf het begin een anomalie geslopen: waarom is de bijdrage van de arts hier zo groot mogelijk en die van de patiënt zo klein mogelijk? Dat zou, ten faveure van beide betrokken partijen, toch juist andersom moeten zijn.
Het karakter van zelfbezorgd-zijn is dus (mede) onderscheidend voor zelfeuthanasie, vergeleken met artseneuthanasie. De standaarddefinitie van artseneuthanasie en de definitie van zelfeuthanasie maken het verschil tussen beide op dit punt helder zichtbaar.
Dat verschil wordt definitief onderstreept door de dragende rol van zelfbeschikking in het geval van zelfeuthanasie.
“Zelfbeschikking” betekent hier: “Het zelf verkrijgen en/of behouden van regie én zeggenschap bij het op zorgvuldige wijze voorbereiden, besluiten en bewerken van het eigen levenseinde.”
Aan de elementen van de hierboven onderscheiden betekenis van ‘goede dood’ moet derhalve in het geval van zelfeuthanasie, als onderscheidende kenmerken t.o.v. artseneuthanasie, worden toegevoegd dat die dood zelfbezorgd en zelfbeschikt is.