Boekbespreking
“Een eerste richtingwijzing”
Bespreking van:
Bergen, A. van, Mijn moeder wilde dood. Een persoonlijk en praktisch verhaal over zelfbeschikking. Amsterdam: Atlas, 2010, 224 pp.€19,90.
Academisch geschoold
Filosoof Etienne Vermeersch liet naar aanleiding van de dood van Hugo Claus weten: “Ik ga ervan uit dat ik voldoende vrienden heb, artsen, die me deze dienst zullen bewijzen.” (p. 72). Toen in de NRC (12 juni j.l.) aan Dick Swaab, hersenonderzoeker en mede-initiator van het burgerinitiatief Uit Vrije Wil, de vraag werd voorgelegd “Juist u weet heel goed hoe het brein stuk kan gaan tijdens de ouderdom. Is dat beangstigend?” antwoordde Swaab: “Nee, want ik stap eruit als ik het pad van alzheimer opga. Die beslissing heb ik genomen en dat weet iedereen.” En zo brengt een academische studie de zeggenschap over het eigen levenseinde een stuk dichterbij (al ligt de illusie op de loer). Voor wie minder goed is opgeleid en niet meteen de juiste connecties heeft, schreef Annegreet van Bergen haar boek Mijn moeder wilde dood. Een persoonlijk en praktisch verhaal over zelfbeschikking. Het boek beoogt een overzicht te geven van alle mogelijkheden waaruit iemand zou kunnen kiezen. Dat overzicht is vooral bedoeld ter eerste kennismaking en wegwijzing, in een taal die voor iedereen te volgen is. Aan bod komen behandelverbod, palliatieve sedatie, stoppen met eten en drinken, de officiële euthanasie en hulp bij zelfdoding, de zelf samengestelde ‘pil van Drion’. De hoofdstukken eindigen met korte, praktische, samenvattingen “Om te onthouden”. De informatie is summier en het geheel is daarom, onder “Nuttige adressen”, voorzien van verwijzingen naar individuen en instanties die kunnen zorgen voor de wezenlijke aanvullende informatie om zo te voorzien in de lacunes die ontstaan voor wie niet de juiste studie heeft gevolgd en de daarbij behorende academische connecties moet ontberen.
Persoonlijk en praktisch
Zoals de titel van het boek zegt, is de aanleiding tot het schrijven ervan een heel persoonlijke. Waarschijnlijk mede daarom zal de lezer zich makkelijk bij de hand laten nemen in dit boek waarvan de schrijfster zelf de inhoud eerder had willen kennen om haar moeder ermee van dienst te kunnen zijn. Behalve persoonlijk is het verhaal ook heel praktisch. Ook daarin schuilt een deel van de waarde voor wie zich in deze materie begint te oriënteren. Uiteindelijk overleed de moeder van de schrijfster na een proces van stoppen met eten en drinken: “Op de vraag van mijn moeder of haar een lijdensweg te wachten stond, antwoordde de dokter: ‘Het kost tijd. Hoe minder u drinkt, des te sneller het gaat. Ik zal royaal zijn met veraangenamende middelen. Maar ú moet het doen’ (…) Uiteindelijk zou het elf dagen duren(…).” (p. 59). Het is een nuttig boek dat veel mensen een eerste richtingwijzing geeft op een weg die sommige van de lezers wellicht ook persoonlijk en praktisch zullen willen afleggen.
Kritiek
De opmerking van de huisarts brengt mij overigens ook op een punt van kritiek, op de korte samenvattingen “Om te onthouden”. Zoiets is nooit zonder risico. Na de uiteenzetting over “stoppen met eten en drinken” vermeldt de samenvatting onder meer “Bij geleidelijk stoppen met drinken is de kans op een mild verloop groter”. (p. 122). Ik hoor mijn cliënt nu al zeggen “Ja, maar ik heb gelezen dat je langzaam moet stoppen met drinken”. Dan liever de geciteerde huisarts: “Hoe minder u drinkt, des te sneller het gaat.”
En wat schrijfster en uitgever bewogen heeft om in het boek en op de achterflap te spreken over de ervaringen van de schrijfster als “engel des doods” is mij een raadsel. De steun aan haar moeder geeft daartoe weinig aanleiding en enigszins beladen is de omschrijving wel degelijk, ook tussen aanhalingstekens.