Voltooid Leven: overheidskwestie of privé?
Waarom toch liever géén burgerinitiatief
Uit Vrije Wil
Het is heel goed mogelijk dat op het moment dat u deze bijdrage leest, het voorstel inzake ‘voltooid leven’ van de groep Uit Vrije Wil alweer een fase verder in de behandeling is. In mei 2010 werd het initiatief aan de Tweede Kamer aangeboden, inclusief begeleidende steunbetuigingen. Het beoogde vervolg is behandeling door de Tweede Kamer. Maar of de huidige politieke situatie voor het juiste klimaat zorgt, met een kabinet dat zo maar gegijzeld zou kunnen worden door de twee kamerleden van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), is lang niet zeker. Voor nadere informatie kunt u terecht op www.uitvrijewil.nu.
Het voorstel beoogt een aanvulling te zijn op de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL) en het ontving veel spontane steun en er was uiteraard kritiek. Mijn eigen standpunt tegenover het voorstel was en is kritisch en in feite afwijzend. Ik heb dat elders onderbouwd en u kunt dat nalezen op mijn website www.ninewells.nl en in het Tijdschrift voor Humanistiek 42 (2010) 105-115. Mijn belangrijkste kritiek betreft, heel kort samengevat: het ontbreken van feitelijke zelfbeschikking (niet het woord zelfbeschikking) en de afwijzing van de spreekwoordelijke ‘pil van Drion’, naast de evidente leeftijdsdiscriminatie (maar die zal uit het definitieve voorstel wellicht verdwenen zijn, al ligt dat gevoelig).
Maar er is nóg een reden en die raakt aan het wezen en karakter van dit burgerinitiatief en vloeit voort uit de voorwaarden en regels waaraan een burgerinitiatief moet voldoen.
Op die reden – een extra reden dus, om het burgerinitiatief ‘voltooid leven’ af te wijzen – wil ik in deze bijdrage nader ingaan.
Burgerinitiatief
Iedereen die de Nederlandse nationaliteit heeft en ouder dan 18 jaar is, kan een ‘burgerinitiatief’ initiëren. Deze Nederlandse burger, ouder dan 18 jaar, kan langs die weg een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer (proberen te) zetten. Een burgerinitiatief is dus een manier om via een uitgewerkt voorstel de politiek te beïnvloeden: met een burgerinitiatief verzoekt u de Tweede Kamer om een voorstel te bespreken en er een standpunt over in te nemen.
Zo’n initiatiefvoorstel kunt u zelf of samen met anderen indienen. Daarbij moet u aangeven wat het doel van uw voorstel is en waarom en hoe u dit doel denkt te kunnen bereiken. Daarbij moet uw voorstel verder voorzien zijn van tenminste 40.000 steunbetuigingen mét naam, adres en geboortedatum van personen, ook weer ouder dan 18 jaar en met de Nederlandse nationaliteit. Deze gegevens worden door de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven steekproefsgewijs schriftelijk gecontroleerd. Ondersteund door de NVVE, met haar rond de 115.000 leden, was het verzamelen van tenminste 40.000 steunbetuigingen voor UVW uiteraard geen enkel probleem.
Regels 1, 3, 4
Voor het burgerinitiatief gelden daarnaast ook nog een aantal andere regels waaraan beantwoord moet worden (zie www.tweedekamer.nl.)
Regel 1 zegt: “Uw voorstel is nieuw: de laatste twee jaar is het onderwerp niet in de Tweede Kamer aan de orde geweest.”
Dit is de regel waarvan gevreesd werd dat zij misbruikt zou worden door christenpolitici die immers niet veel meer hoefden te doen dan het onderwerp in de Tweede Kamer aan de orde te stellen, waarna het initiatiefvoorstel op formele gronden niet in behandeling genomen zou hoeven worden.
Regel 3 (ja, ik sla er even een over) zegt: “Uw voorstel mag niet indruisen tegen in ons land diep gewortelde normen en waarden.”
Daar kun je over bakkeleien, maar de voorstanders van het voorstel zullen wijzen op tal van enquêtes waaruit blijkt dat grote groepen Nederlanders nu juist denken conform de waarden die aan het initiatiefvoorstel ten grondslag liggen.
Regel 4 zegt: “Uw voorstel gaat niet over de Grondwet, de belastingen of de begrotingswetten.”
Dat zijn zaken die regering en Tweede Kamer, niet onbegrijpelijk, voor zichzelf houden. (De Amerikaanse staat Californië is een voorbeeld van wat er allemaal grondig mis kan gaan wanneer deze zaken worden beslist per burgerinitiatief. Iedereen is namelijk vóór belastingverlaging, zeker in Amerika.)
Regel 2
Maar wat zegt de overgeslagen regel 2? Regel 2 zegt: “Uw voorstel gaat over een onderwerp waarover de Tweede Kamer beslist, dus over een kwestie die de rijksoverheid en níet een andere overheid aangaat en géén privé-kwestie is.”
Dat is een regel om goed te lezen. Op haar website laat Uit Vrije Wil weten: “Op 24 september jl. heeft de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven in haar vergadering geoordeeld dat het burgerinitiatief voldoet aan de door de Kamer gestelde voorwaarden.” En Uit Vrije Wil voegt daaraan toe: “Dat is goed nieuws.”
Maar is dat laatste werkelijk zo? We moeten nu immers op grond van regel 2 concluderen dat de groep Uit Vrije Wil van mening is dat hun initiatiefvoorstel inzake ‘voltooid leven’:
a) een kwestie betreft die de rijksoverheid aangaat en
b) dat deze kwestie in hun ogen géén privé-kwestie is.
Het stille verdwijnen van zelfbeschikking, de onmogelijkheid van een ‘pil van Drion’, de vereiste dat de stervenswens ‘invoelbaar’ moet zijn voor deskundigen (meervoud) die bepalen of de zelfdoding al dan niet mag plaatsvinden, al deze zaken en meer, vallen nu op hun plek.
De kwestie
Weliswaar zegt de website van UVW onder meer: “Zelfbeschikking, een wezenlijk beginsel van onze beschaving en verankerd in onze cultuur, is het fundament van dit burgerinitiatief. Uit Vrije Wil richt zich op de zelfbeschikking van ouderen. Aan de vrije mens, die zijn leven als voltooid beschouwt, komt de ruimte toe zelf te bepalen hoe en wanneer hij wil sterven.” Maar van die mooie volzinnen blijft uiteindelijk weinig over, want UVW ziet het doel van het burgerinitiatief niet als een privé-kwestie, maar als een kwestie die de rijksoverheid aangaat.
Over welke ‘kwestie’ hebben we het dan eigenlijk? Ging het niet over de oudere (70+), die zijn leven voltooid acht en weloverwogen zijn leven zelf wil (kunnen) beëindigen? Wat heeft de rijksoverheid hier eigenlijk mee te maken? Als er ooit iets wel degelijk een privé-kwestie was, dan toch dit!
Nu zal de VrijeWiller zeggen: “Ja, maar het gaat ons erom (aldus de website) ‘dat aan oude mensen die hun leven voltooid achten en waardig wensen te sterven, op hun uitdrukkelijk verzoek hulp mag worden geboden. Dat mag nu niet, dat is strafbaar.’ En daar willen we wat aan doen. Daartoe dienen we ons initiatiefvoorstel in en willen we de wet veranderd zien zodat er een ‘wet voltooid leven’ kan komen, in de vorm van een nieuwe euthanasiewet of een aanvulling op de oude. Daar hangt uiteraard een prijskaartje aan, dat klopt. En dat prijskaartje luidt dat de levensbeëindiging door de oudere ophoudt een privé-kwestie te zijn en nu een kwestie van de rijksoverheid wordt, inclusief controle door die overheid. Dat hebben wij, VrijeWillers ervoor over.”
Dat kan, maar het mag duidelijk zijn dat spreken van ‘zelfbeschikking’ in dit kader volledig misplaatst is.
Meer of minder?
Is er een alternatief denkbaar? Of moeten we zeggen: dit voorstel is misschien niet zo goed, maar het is beter dan niks? Dat hangt toch echt af van welk doel wordt nagestreefd. Gaat het erom dat de wilsbekwame Nederlander – voorzover de menselijke conditie dat überhaupt toestaat – zelf over zijn levenseinde kan beschikken, dan bestaat er geen behoeft aan méér regels, maar juist aan minder regels.
De voordelen van minder regels zijn evident: om te beginnen blijft de keuze tot beëindiging van het leven wat het ten diepste is, een privé-kwestie die de persoon zelve en diens naasten aangaat; en verder hoeft er niet met zelfbeschikking gemarchandeerd te worden, die blijft overeind.
Méér regels daarentegen – ook de regels van Uit Vrije Wil – laten het op deze beide punten deerlijk afweten. En daar is veel te weinig aandacht voor.
Déjà vu
De problemen die het initiatiefvoorstel oproept, veroorzaken ook een sterk déjà vu gevoel, niet alleen op het punt van zelfbeschikking.
Hebben de deskundigen van Uit Vrije Wil – of van de NVVE-Levenseindekliniek – altijd het recht om een verzoek om hulp bij zelfdoding te weigeren? Of hebben ze de plicht om er altijd op in te gaan en heeft de patiënt/cliënt dus een recht op deze hulp?
Wat moet de 65-jarige patiënt met kanker of Parkinson, die op zijn verzoek om euthanasie conform de WTL een negatief antwoord heeft gekregen – de situatie is nog onvoldoende uitzichtloos en het lijden nog onvoldoende ondraaglijk? Hij beschouwt zijn leven als voltooid en heeft daar goede redenen voor. Maar Uit Vrije Wil? Daar zegt men: “U moet nog vijf jaar wachten”.
En wat moet de 71-jarige patiënte met kanker of Parkinson, die op haar verzoek om euthanasie conform de WTL een negatief antwoord heeft gekregen – de situatie is nog onvoldoende uitzichtloos en het lijden nog onvoldoende ondraaglijk? Moet zij tegen haar artsen zeggen: “Nou, dan ga ik toch naar de levenseindekliniek van Uit Vrije Wil. Ik heb jullie en de WTL helemaal niet nodig want mijn leven is voltooid”? Exit WTL voor 70+!
Maar als nu deze patiënte door de deskundigen van Uit Vrije Wil vervolgens verteld wordt dat zij niet kunnen “invoelen” dat haar leven voltooid is? Voor UVW is immers een van de voorwaarden dat het besluit van de oudere die om stervenshulp vraagt voor de deskundigen invoelbaar moet zijn? Hebben deze deskundigen, die het verzoek afwijzen, dan een… verwijsplicht?
(01-12-2010)