Stichting de Einder
Korte historische schets van begin tot eind
 
1.    Voorbereiding en oprichting
2.    Brochure, bulletin en jaarverslag
3.    Counselors, themadagen en training
4.    NVVE, SVL, CLW en De Einder
5.    Groei en ontwikkeling
6.    Doelstelling
7.    Enkele belangrijke begrippen gedefinieerd
8.    Het verval van De Einder
9.    Het einde van mijn samenwerking
10.  Het einde van De Einder
       11.  Proefschrift als terugblik
       12.  Ook De Einder erkent het einde
 
1. Voorbereiding en oprichting
 
Op 17 februari 1994 vindt in Alkmaar een bijeenkomst plaats over het onderwerp Hulp bij zelfdoding, georganiseerd door de Alkmaarse afdeling van het Humanistisch Verbond. De discussie gaat over de vraag hoe het toch komt dat er voor ieder probleem van welke aard dan ook, materieel, psychisch of lichamelijk, hulp en advies is te vinden. Wanneer het echter gaat om een hulpvraag die het eigen levenseinde betreft dan worden de deuren dichtgegooid of wordt er gewezen op wegen die de doodswens moeten ‘genezen’. Het gevolg voor betrokkenen is vaak een verder leven van ondraaglijk lijden en zelfs gewelddadige zelfdodingen die niet alleen in kille eenzaamheid uitgevoerd worden, maar die ook veel leed bij naasten en toevallige aanwezigen teweeg brengen.
De bijeenkomst in 1994 heeft als direct gevolg de oprichting van Stichting de Einder op 2 juni in 1995 in Castricum. De doelstellingen van de stichting op humanistische grondslag werden toen geformuleerd als “Het bevorderen en indien wenselijk zelf uitvoeren van professionele begeleiding van mensen met een doodswens die hulp vragen met respect voor de autonomie van degenen die om hulp vragen en het bespreekbaar maken van het verschijnsel dat er mensen zijn die een doodswens hebben.”
 
2. Brochure, bulletin en jaarverslag
 
De stichting geeft een brochure uit: Een waardig levenseinde onder eigen regie. Deze uitgave krijgt veel aandacht en kritiek vooral vanwege de omschreven zelfdodingsmethode namelijk de methode met behulp van slaapmiddelen en een plastic zak. Een advertentie die aan de Volkskrant ter plaatsing wordt aangeboden om de brochure te koop aan te bieden wordt zelfs geweigerd. In juni 1995 worden over deze brochure Kamervragen gesteld door het CDA.  D’66 Minister Sorgdrager antwoordt onder meer: “Wij betreuren de uitgifte van de brochure (…). Voor een veroordeling wegens overtreding van artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht moet worden vastgesteld dat in een concreet geval het overlijden van een persoon het rechtstreeks gevolg is van deze publicatie. (…) De inhoud van de brochure wordt beschermd door de in artikel 7 van de Grondwet gewaarborgde vrijheid van meningsuiting.” Daarna zullen door christelijke partijen nog vele Kamervragen worden gesteld onder meer naar aanleiding van de uitgave van jaarverslagen en de juridische processen. Steeds met dezelfde strekking.
 
Er wordt een informatiebulletin uitgegeven en in 1999 verschijnt het eerste jaarverslag op basis van informatie die counselors samenwerkend met de stichting aandragen. De bedoeling van het jaarverslag is het verkrijgen van inzicht in de cliëntensamenstelling en de aard van de contacten en het nastreven van transparantie in de bezigheden van stichting en counselors. Tevens wordt in ieder jaarverslag stilgestaan bij meer of minder spraakmakende zaken over het betreffende jaar.
 
3. Counselors, themadagen en training
 
De hausse aan publiciteit in 1995 levert onverwachte reacties en concrete vragen om hulp op. De aandacht van de media zorgt ervoor dat geïnteresseerde hulpverleners zelf met de stichting contact zoeken. In latere jaren worden counselors geworven via het eigen Kwartaalbulletin, Relevant, Humus en de Humanist. In 1996 zijn er een vijftal samenwerkende counselors, in 2014 zijn het er zeven.
Op 11 september 1996 vindt de eerste bijeenkomst plaats van bestuur en counselors. Het bestuur nodigt de counselors vier keer per jaar uit voor deze ‘themadagen’. Counselors en bestuursleden kunnen elkaar persoonlijk treffen, informatie en ervaringen worden uitgewisseld.
In 2008 en 2009 worden de themadagen gecombineerd met een training voor startende en reeds actieve counselors. Daarnaast zijn er intervisiegroepjes van counselors die met enige regelmaat bij elkaar komen om van elkaar te leren, casuïstiek te behandelen, feedback te geven en te ontvangen.
 
4.  NVVE, SVL, CLW en De Einder
 
In Nederland stonden aanvankelijk drie organisaties voor een vergelijkbaar doel, de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), de Stichting Vrijwillig Leven (SVL; inmiddels opgeheven) en de Stichting de Einder (SdE). In 2013 kwam daar de Coöperatie Laatste Wil (CLW) bij.
Het doel is het naar vermogen verkrijgen of behouden van regie en zeggenschap over het eigen levenseinde. De werkwijze van de organisaties loopt zodanig uiteen dat ze als aanvullend moeten worden gezien. De NVVE als grote vereniging heeft vooral de mogelijkheid de politieke en maatschappelijke discussie te beïnvloeden. De SVL streefde naar steunpunten die in de omgeving van een cliënt de context zodanig willen beïnvloeden dat hulp verleend kan worden zoals het erbij betrekken van een arts bijvoorbeeld. De CLW focust zich vooral op het voor iedereen beschikbaar komen van een zgn. “Laatstewilmiddel”.
Stichting de Einder hecht er sterk aan dat iemand zijn eventuele keuze voor levensbeëindiging  goed doordenkt en de consequenties van deze keuze overziet. Voor SdE is er echter uiteindelijk maar één persoon die de levenslast kan beoordelen en dat is noch de wetgever, noch de arts, maar uitsluitend de persoon wiens leven(seinde) het betreft. Counselors die samenwerken met Stichting de Einder zijn tegen die achtergrond bereid mentale begeleiding en steun te verlenen aan iedereen die daarom vraagt.
Alhoewel de werkwijze uiteen loopt streeft SdE een zo groot mogelijke samenwerking met de andere genoemde organisaties na.
 
5. Groei en ontwikkeling
 
In 2004 gaat de website: www.deeinder.nl de lucht in. De stichting krijgt daardoor een grotere bekendheid terwijl de webmail info@deeinder.nl voor een snellere bereikbaarheid zorgt. Vanaf 2009 wordt in Google bij verschillende trefwoorden geattendeerd op de site.
 
Als stichting op humanistische grondslag wordt De Einder in 2008 toegelaten als lid van de Humanistische Alliantie. Deze Alliantie is een vereniging van ongeveer vijftig humanistisch georiënteerde organisaties met een directe achterban van 85.000 medewerkers, vrijwilligers en abonnees. De totale achterban, in de ruime zin van het woord, wordt geschat op minstens 1 miljoen humanisten van uiteenlopende signatuur.
Daarnaast krijgt de internationale positie eveneens in 2008 vorm door het lidmaatschap van de World Federation of Right to Die Societies. Deze Wereld Federatie omvat momenteel 54 organisaties in 25 landen die het recht op waardig sterven verdedigen. De federatie zorgt voor de mogelijkheid van onderling internationaal contact tussen de diverse organisaties die in de verschillende landen het individuele recht op een eigen keuze aan het eind van het leven veilig willen stellen.
 
De Einder is een onafhankelijke stichting en heeft nooit enige subsidie voor haar werkzaamheden ontvangen. De financiering vindt volledig plaats door de bijdragen van donateurs, door legaten en erfenissen en, in beperkte mate, door de verkoop van voorlichtingsmateriaal.
 
De Einder ontving in 2008 een substantiële erfenis. Sinds die tijd is het mogelijk om hulpvragers bij te staan, wanneer dat financieel nodig mocht zijn, in de kosten die de begeleiding door met de stichting samenwerkende counselors met zich mee kan brengen.
 
Tot de actuele speerpunten voor het beleid van De Einder en de counselors die met de stichting samenwerken moet gerekend worden het streven naar:
·     Erkenning van de zelfbeschikking bij het levenseinde van de wilsbekwame burger.
·     Verwijdering van artikel 294 Sr. lid 2 dan wel uitbreiding van de inmiddels erkende niet-strafbare hulp.
·     Terugdringing van de rol van justitie bij een zorgvuldige zelfdoding. Huisarts en forensisch arts kunnen volstaan.
·     Bereikbaarheid van de juiste middelen voor een waardige levensbeëindiging onder eigen regie.
 
Tot slot moet opgemerkt worden dat De Einder bovendien aandacht vraagt voor:
·     Erkenning van de positie en de rechten van de psychiatrische patiënt.
·     Erkenning van de keuze tot levensbeëindiging door mensen met beginnende dementie.
 
6. Formele doelstelling
 
In 2014 wordt de formele doelstelling van de stichting zoals geformuleerd in 1995 aangepast aan de ontwikkelingen die zich in de tussenliggende jaren hebben voorgedaan. Zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke doelstelling van 1995 blijvend luidt de doelstelling anno 2014:
 
1. Het op verzoek op professionele, non-directieve wijze begeleiden, ondersteunen en bevorderen van de mogelijkheid desgewenst zelf over het levenseinde te kunnen beschikken door diegenen die deze zelfbeschikking nastreven.
 
2. het bespreekbaar maken van het verschijnsel dat er mensen zijn die zelf over hun levenseinde willen kunnen beschikken in de nabije toekomst of in de veel verdere toekomst en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
 
De stichting tracht dit doel te bereiken door middel van:
 
1. het organiseren van trainingen voor hulpverleners die mensen in hun streven naar deze zelfbeschikking (zullen gaan) begeleiden. De trainingen zullen zo mogelijk in samenwerking met erkende opleidingsinstituten plaatsvinden zoals hogescholen met een opleiding in de sociale en/of sociaal-verpleegkundige sector.
 
2. De uitgave van een informatief kwartaalbulletin Het Besluit, de organisatie van openbare voorlichtingsbijeenkomsten, en de oprichting en instandhouding van een centraal punt voor coördinatie en informatie met als voornaamste taak:
 
- Het registreren van hulpverleners die het doel van de stichting onderschrijven.
- Het verstrekken van informatie aan hulpvragers omtrent mogelijkheden om  begeleiding te ontvangen in de eigen woonomgeving.
 
Tegen de achtergrond van deze artikelen past ook het streven naar ofwel verwijdering van artikel 294 uit het Wetboek van Strafrecht, zonder dat daar nieuwe regelgeving voor in de plaats komt die de zelfbeschikking belemmert, ofwel consolidering en zo mogelijk verdere uitbreiding van de inmiddels op grond van bestaande jurisprudentie erkende niet-strafbare hulp bij zelfdoding binnen de reikwijdte van artikel 294.
Dit streven is vooral van belang voor die situaties waarin de gezochte zelfbeschikking de concrete gestalte van zelfeuthanasie of zorgvuldige zelfdoding aanneemt (vergelijk artikel 294 uit het Wetboek van Strafrecht in het bijzonder het tweede lid waarin hulp bij zelfdoding strafbaar gesteld wordt).
 
7. Enkele belangrijke begrippen gedefinieerd
 
‘Zelfbeschikking’  verwijst rond het levenseinde naar “Het zelf verkrijgen en/of behouden van regie en zeggenschap bij het op zorgvuldige wijze voorbereiden, besluiten en bewerken van het eigen levenseinde.”
 
‘Artseneuthanasie’ betekent hier “Opzettelijke levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens verzoek, conform de zorgvuldigheidseisen van de WTLH.”
 
‘Zelfeuthanasie’ betekent analoog “Opzettelijk levensbeëindigend handelen, door de betrokkene zelf, aan de betrokkene zelf, na een heldere afweging besloten, op zorgvuldige wijze uitgevoerd.”
 
8. Het verval van De Einder
 
Na 2014 zet het verval van De Einder in. Het bestuur is ontevreden met de hoofdrol van de counselors en wil niet langer primair het tot op dat moment voor de stichting onderscheidende werk van de counselors faciliteren.
Het bestuur wil… besturen, het wil vergaderen, besluiten nemen, praten, stukken schrijven en op een mooie website plaatsen.
Het tijdschrift Het Besluit is dan inmiddels al afgeschaft – de redactie bestond uit counselors.
De toenmalige counselors verdwijnen, allemaal, en de huidige counselors zijn door hulpzoekende cliënten niet meer direct te benaderen. Dat gaat nu via een casemanager die eerst bepaalt of het contact wel of niet plaatsvindt, en met wie.
Cliënt en counselor verdwijnen daarmee naar het tweede plan. De Einder voegt daarom dan ook nauwelijks nog iets toe en doet nu wat de veel grotere NVVE veel beter doet.
 
9. Het einde van mijn samenwerking
 
In 1997/1998 begon mijn samenwerking als counselor of consulent met Stichting de Einder. Het waren interessante en soms ook enerverende jaren, niet zonder wrijving met de Nederlandse overheid en het Openbaar Ministerie.
Toch was het einde van mijn samenwerking niet het werk van die overheid of van een Officier van Justitie. Eind 2015 is deze samenwerking door het toenmalige bestuur van De Einder (i.c. het toen enige bestuurslid Miriam de Bontridder) beëindigd. Sinds die tijd werkte ik als individuele consulent verder om mijn werkzaamheden langzaam af te bouwen en eind 2019 te beëindigen.
 
Mw. De Bontridder trachtte in een email d.d. 8 oktober 2015 het verbreken van deze jarenlange samenwerking te verdedigen.
Haar email was gericht aan een cliënt van mij, Hans, die haar hierover bevroeg.
Bij zijn overlijden in 2016 (door zelfeuthanasie) liet Hans mij enkele documenten, waaronder deze email, voor gebruik na.
 
Hans was al bij de oprichtingsvergadering van Stichting de Einder in 1994 (!) aanwezig geweest en had weinig goede woorden over voor het optreden van mw. De Bontridder dat, zoals hij correct voorzag, het begin van het einde van De Einder betekende.
 
Mw. De Bontridder, die het naar eigen zeggen goed kan vinden met juridische instanties, liet in haar email aan Hans weten (en ik citeer):
“Diezelfde instanties evenwel (bij wie vertrouwen in de Einder is bijgebracht) hebben naar aanleiding van de Undercover TV-uitzending van ongeveer een jaar geleden, op zorgvuldigheidsnormen aangedrongen en tevens op het beëindigen van de banden met een counselor die met enige regelmaat onderwerp van justitieel onderzoek vormt.
 
Natuurlijk doet mw. De Bontridder dan wat justitie van haar vraagt. Die counselor ben ik, en tegen zo veel solidariteit en waardering (na bijna twintig jaar samenwerken met Stichting de Einder) was en ben ik niet opgewassen. Dat geef ik heel eerlijk toe.
 
Tegen een open aanval van het Openbaar Ministerie (ik ben vervolgd en in 2007 voor de Rechtbank Amsterdam vrijgesproken) of tegen verhoren door de politie ben ik wel opgewassen, al zit ik er echt niet op te wachten. Dat laatste geldt ook voor een minder ‘open’ aanval, in de vorm van justitieel onderzoek (in 2013 vormde justitie een observatieteam van 11 politiebeambten voor de “stelselmatige observatie” van mijn persoon – zonder het door hen gewenste resultaat, overigens). Ook stiekeme aanvallen á la Alberto Stegeman/Undercover in Nederland, vanuit de onderbuik van de samenleving, zijn hoogst onaangenaam maar passen natuurlijk helemaal in deze tijd. (Het aansluitende  onderzoek door het Openbaar Ministerie heeft mij overigens volledig vrijgepleit.)
 
Maar aanvallen in de rug uit eigen kring, door het bestuur van De Einder, en dan nog wel op aandringen van justitie, dat is echt iets anders.
 
Voor het overige verwijs ik de geïnteresseerde lezer naar hoofdstuk 8 in mijn boek Een goede dood. Euthanasie gewikt en gewogen. (Utrecht: Klement, 2017). Daar ga ik uitgebreider op deze gebeurtenissen in, inclusief integrale weergave van de schriftelijke afdoeningsbeslissing van het OM naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek waar mw. De Bontridder zich op beriep en dat mij tot haar ongenoegen geheel vrijpleitte.
 
10. Het einde van De Einder
 
Wat De Einder zelf betreft, dat is wat de begeleiding van cliënten door counselors aangaat – nogmaals, vroeger was dat hét onderscheidend kenmerk van De Einder – helaas een aflopende zaak.
 
In het verleden publiceerde De Einder een net Jaarverslag met betrouwbare informatie én cijfers wat betreft de begeleiding van cliënten door de counselors en de (voorlopige) uitkomst van die begeleiding.
 
Het aantal geregistreerde cliënten had daarbij betrekking op cliënten die in het bewuste jaar door de counselor gezien en/of gesproken waren en met wie de counselor tenminste één persoonlijk consult had gehad gedurende de begeleiding. Als ik de laatste vijf betrouwbare jaarverslagen neem, levert dit de volgende getallen op:
 
Jaarverslag 2010, p. 20:    351 cliënten
Jaarverslag 2011, p. 10:    326 cliënten
Jaarverslag 2012, p. 07:    321 cliënten
Jaarverslag 2013, p. 10:    472 cliënten
Jaarverslag 2014, p. 10:    607 cliënten
 
Eind 2015 vertrokken alle counselors bij De Einder, op een na die het nog een tijd probeerde maar inmiddels ook vertrokken is.
 
Na het jaarverslag 2014 ontbreken betrouwbare cijfers. De counselors vertrokken, nieuwe counselors komen op het tweede of derde plan en zijn op de website van de stichting niet eens meer te vinden.
 
Zoals bekend bestaat er nepnieuws. Maar er bestaan ook nepcijfers. En dat is het geval met de cijfers waarmee het huidige bestuur van De Einder in haar digitale 'jaarverslag' en in de pers goochelt. Daar gaat het ineens om ‘duizend’ tot wel ‘enkele duizenden’ cliënten. (Op die manier won onlangs de Wit-Russische president Loekasjenko de verkiezingen in zijn land met meer dan 80% van de stemmen…)
 
Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Maar bij een kat zijn die sprongen zijn tenminste echt.
Als het gaat om begeleidingen – zoals boven vermeld in de jaarverslagen – waarbij de counselor de cliënt gezien en/of gesproken heeft en er tenminste één persoonlijk consult heeft plaatsgevonden, dan is het aantal feitelijke begeleidingen bij de huidige Einder vele malen sneller gedaald dan de koers van de Turkse lira. En dat wil (augustus 2022) wel wat zeggen.
De Einder is al lang de Einder niet meer en stichting en bestuur voegen niets meer toe.
 
11. Proefschrift als terugblik
 
Mei 2022 promoveerde Martijn Hagens aan de Vrije Universiteit op een proefschrift over niet-strafbare hulp bij zelfdoding buiten de euthanasiewet. In het verleden werkte Martijn Hagens samen met de oude Stichting de Einder en in zijn proefschrift besteedt hij onder andere uitgebreid aandacht het werk van de toenmalige counselors die met de stichting samenwerkten. Zijn gegevens betreffen de jaren 2011-2015 en het proefschrift heeft wat dat betreft dan ook het karakter van een terugblik op de ‘oude’ Einder.
Jurisprudentie (m.n. Mulder-Meis, 1995; Muns, 2005; en Vink, 2007) heeft verduidelijkt dat hulp bij zelfdoding buiten de Nederlandse euthanasiewet niet strafbaar is, wanneer deze hulp beperkt blijft tot het voeren van gesprekken, het bieden van morele steun (inclusief het aanwezig zijn op voorwaarde dat er geen actieve hulp wordt geboden) en het verstrekken van informatie. De counselors boden deze hulp, gekarakteriseerd als “non-directieve counseling”.
 
Om die hulp door de toenmalige counselors te onderzoeken gebruikte Martijn Hagens vragenlijsten: “Data was collected from these questionnaires over the years 2011 until 2015, and was filled out by all 12 counsellors working with Foundation De Einder during those years (response rate 100%).” (p. 23).
De huidige Einder heeft daar niets mee te maken en kan ook nauwelijks iets toevoegen. Integendeel. Vandaar dat Hagens eerder opmerkt: “Foundation De Einder has published annual reports with data about the people seeking their assistance since their founding in 1995. While the number of people receiving counselling from a counsellor over the years has gradually risen to 607 in 2014, the number has decreased to 142 in 2020.” (p.20)
En daarin is niets veranderd. Integendeel.
 
Aan het slot van zijn proefschrift bepleit de jonge doctor het in het leven roepen van een richtlijn “om bij te dragen aan een veilige, zorgvuldige, transparante en toetsbare praktijk van niet-strafbare hulp bij zelfdoding buiten de Wtlh”. (p. 207)
 
12. Ook De Einder erkent het einde
 
Inmiddels is het ook voor het huidige bestuur van De Einder duidelijk dat De Einder, stichting en bestuur, niets meer toe te voegen hebben. Begin 2023 stond deze mededeling daarom op de website van de stichting:
 
Mededeling
Het wordt helaas steeds moeilijker om medicijnen of middelen te krijgen die een humane dood bewerkstelligen. Ook de consulenten van de Einder worden in hun feitelijke informatieverstrekking over verkrijgbaarheid van medicijnen en middelen beperkt door de afnemende toegankelijkheid van betrouwbare leveranciers.
Wij vragen uw begrip voor het feit dat wij u soms moeten teleurstellen in uw behoefte aan adressen van betrouwbare informatie omtrent leveranciers of dat de weg tot een humane zelfdoding momenteel moeizamer is dan uit publicaties in het verleden afgeleid kon worden. We trachten alles in het werk te stellen om de consulenten op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen. Ook met andere organisaties die zich inzetten voor de mogelijkheid van een humane dood, is dit onderwerp besproken. Met als doel om zoveel mogelijk beschikbare kennis te delen. Wij staan echter nog steeds graag voor u klaar om de informatie die wij hebben met u te delen en om met u in gesprek te gaan over uw afwegingen.
 
Kortom: wat De Einder, en dan vooral de samenwerkende counselors, ooit onderscheidde, is verdwenen. Men moet nu de hand ophouden bij andere partijen, NVVE, CLW, Peaceful Pill Handbook, enz. De huidige counselors hebben niks meer te vertellen, en het bestuur weet van niks. Een treurige maar niet onverwachte mededeling.
 
2023.